Heb ik recht op teruggave van mijn investering wanneer mijn partner en ik uit elkaar gaan?

Maurena Leimena: “Waar u recht op heeft, hangt o.m. af van de relatievorm en of de invesrering voor of na 1 januari 2012 gedaan is. Ook is het belangrijk om binnen de wettelijke verjaringstermijn actie te ondernemen.”

 

Getrouwd of geregistreerd partnerschap

Wanneer u met privé-middelen in een gemeenschapsgoed (bijvoorbeeld een woning) investeert, dan heeft u als gehuwde of geregistreerde partner op grond van artikel 1:87 BW recht op een vergoeding van het geïnvesteerde bedrag.

Voor gedane investeringen na 1 januari 2012 komt aan degene die de investering heeft gedaan, de investering inclusief de waardeontwikkeling toe (beleggingsleer). Degene die voor 1 januari 2012 heeft geïnvesteerd, heeft recht op een teruggave van het nominale bedrag dat destijds is geïnvesteerd. Er wordt in dat geval geen rekening gehouden met eventuele waardeontwikkelingen.  Bij huwelijksvoorwaarden kan er uiteraard van het wettelijke uitgangspunt (beleggingsleer) worden afgeweken.

 

Samenwonend

Voor samenwoners is er geen wettelijke regeling zoals bij gehuwden en geregistreerde partners. Een beroep op artikel 1:87 BW komt samenwoners dan ook niet toe. Samenwoners kunnen er wel voor kiezen om een soortgelijke regeling over vergoedingsrechten in een samenlevingsovereenkomst op te nemen.

Is er geen samenlevingsovereenkomst of kent uw samenlevingsovereenkomst geen bepaling over vergoedingsrechten, dan kan het algemene verbintenissenrecht een oplossing bieden. Wanneer u bij de verbreking van uw samenwoning kunt aantonen dat de door u gedane investering of bekostiging van een goed van uw ex, een onverschuldigde betaling betreft, dan wel dat uw ex-partner door deze investering ongerechtvaardigd is verrijkt, dan kan dat leiden tot een vergoedingsrecht. Uit de rechtspraak blijkt ook wel dat er een vergoedingsrecht kan ontstaan op grond van de redelijkheid en billijkheid.

 

Verjaringstermijn

Houd er rekening mee dat een vergoedingsrecht kan verjaren. De wettelijke verjaringstermijn bij vergoedingsrechten voor echtgenoten is zes maanden na de ontbinding van het huwelijk. Binnen deze termijn moet derhalve aanspraak worden gemaakt op het vergoedingsrecht.

Bij samenwoners verjaart een vergoedingsrecht na vijf jaar. Dit betekent dat een vordering al tijdens de samenwoning kan verjaren. Indien u ook nadien aanspraak wilt maken op de vergoeding van uw investering dan moet de verjaring worden gestuit. U kunt uiteraard ook in een samenlevingsovereenkomst opnemen, wanneer de vordering opeisbaar wordt. Bijvoorbeeld wanner de samenwoning eindigt of wanneer een woning wordt verkocht.

 

Gratis 30 minuten adviesgesprek

Wilt u weten wat in uw persoonlijke situatie van toepassing is? Maak dan een afspraak voor een gratis 30 minuten adviesgesprek. Ik help u graag.